Renault Twingo: Parkeerhulp
De werking van het systeem
Ultrasoondetectoren die, afhankelijk van de auto, in de achterbumper van de auto ingebouwd zijn, "meten" de afstand tussen de auto en een obstakel.
Deze meting vertaalt zich in geluidssignalen waarvan de frequentie toeneemt naarmate het obstakel dichterbij komt, totdat het een continu geluid wordt wanneer het obstakel ongeveer 30 cm van de auto verwijderd is.
NB: zorg ervoor dat de ultrasoondetectoren niet bedekt zijn (vuil, modder, sneeuw enz.).
Werking

Bij het inschakelen van de achteruitversnelling, detecteert het systeem de meeste voorwerpen die zich op minder dan ongeveer 1,20 meter van de achterkant van de auto bevinden, er klinkt een geluidssignaal en, afhankelijk van de auto, licht het display 1 op.

Deze functie kan in geen enkel geval de oplettendheid en verantwoordelijkheid van de bestuurder vervangen bij het manoeuvreren.
De bestuurder moet altijd op zijn hoede blijven voor plotselinge gebeurtenissen die tijdens het rijden zich kunnen voordoen: let dus altijd op of er een bewegend obstakels is (zoals een kind, dier, kinderwagen, fiets) of een te klein of smal obstakel (grote steen, dun paaltje) tijdens de manoeuvre.
Uitschakelen van het systeem

Druk op de schakelaar 2 om het systeem uit te schakelen.
Het controlelampje in de schakelaar licht op om u eraan te herinneren dat het systeem uitgeschakeld is.
Bij opnieuw indrukken schakelt het systeem weer in en dooft het lampje.
Afhankelijk van de auto kunt u de parkeerhulp vanaf het aanraakscherm uitschakelen.
Raadpleeg het instructieboekje van de uitrusting voor meer informatie.
Om ieder risico van een ongeluk te voorkomen, moet u uw auto door een merkdealer laten controleren.