Renault Twingo: Systeem B

Renault Twingo | Renault Twingo III (X07) Instructieboekje | Het rijden | Waarschuwing bij verlies van bandenspanning | Systeem B

SYSTEEM B

De werking van het systeem Elk wiel (behalve het reservewiel) beschikt over een drukzender in het ventiel die de bandenspanning tijdens het rijden periodiek meet.

Het controlelampje 1 blijft branden om de bestuurder te waarschuwen dat de druk te laag is (lage bandenspanning, lekke band ...).

Reset van de referentiewaarde voor bandenspanning

Deze gebeurt:

Deze test moet altijd gebeuren na controle van de bandenspanning in de vier banden als deze koud zijn.

De bandenspanning moet afgestemd zijn op het huidige gebruik van de auto (onbelast, belast, rijden op de autosnelweg ...).

Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden.

Deze functie neemt niet de taak van de bestuurder over.

De bestuurder moet altijd opletten en blijft verantwoordelijk.

Controleer de bandenspanning, inclusief het reservewiel, één keer per maand.

Resetprocedure

Resetprocedure

Met het contact aan, afhankelijk van de auto:

Wanneer het controlelampje 'SET' ongeveer vijf seconden knippert, betekent dit dat het verzoek om de referentiewaarde voor de bandenspanning opnieuw in te stellen, is verwerkt.

Het resetten is afgerond na enkele minuten rijden.

Opmerking: de referentiespanning van de banden mag niet lager zijn dan de aanbevolen waarde die op de zijkant van het portier vermeld staat.

of

Het resetten is afgerond na enkele minuten rijden.

Banden oppompen

Banden oppompen Het controlelampje 1 blijft branden (niet knipperend).

Dit betekent dat minstens een van de banden lek is.

Controleer en corrigeer indien nodig de bandenspanning van de vier koude wielen. Het waarschuwingslampje 1 dooft na enkele minuten rijden.

Lekke band Het controlelampje 1 brandt en tegelijk klinkt er een geluidssignaal en brandt het controlelampje .

Die geven aan dat minstens een van de banden lek is of een veel te lage spanning heeft. Vervang de band of roep de hulp in van een merkdealer als deze lek is. Pomp de band op als de bandenspanning te laag is.

Een plots verlies van bandenspanning (klapband ...) wordt mogelijk niet door het systeem worden opgespoord.

 

Het waarschuwingslampje dwingt u, voor uw veiligheid, direct te stoppen zonder het verkeer in gevaar te brengen.

 

Drukzender banden controleren

Het controlelampje 1 knippert meerdere seconden en blijft dan branden, in combinatie met het controlelampje .

Dit geeft aan dat minstens een van de opname- elementen ontbreekt of defect is. Is dit niet het geval, neem dan contact op met een merkdealer.

Corrigeren van de bandenspanning De bandenspanning moet koud worden gecorrigeerd (raadpleeg de sticker op de zijkant van het bestuurdersportier).

Indien u de bandenspanning niet bij koude banden kunt controleren, moet u de opgegeven waarden met 0,2 tot 0,3 bar (3 PSI) verhogen.

Verlaag nooit de spanning van een warme band.

Vervangen van wielen/banden Voor dit systeem zijn specifieke uitrustingen nodig (wielen, sierdoppen, enz.). Raadpleeg de paragraaf "Banden" in hoofdstuk 5.

Raadpleeg een merkdealer voor het vervangen van de banden en om de geschikte accessoires voor het systeem te kennen die beschikbaar zijn: het gebruik van enig ander accessoire kan de goede werking van het systeem belemmeren of een wielsensor beschadigen.

Reservewiel Het reservewiel, als uw auto daarmee is uitgerust, heeft geen drukzender. Als die op de auto gemonteerd is, knippert het controlelampje meerdere seconden en blijft dan branden, samen met controlelampje .

Spuitbussen voor bandenreparatie en pompset Vanwege de specifieke eigenschappen van de ventielen, mag u alleen uitrustingen gebruiken die door de merkdealer goedgekeurd zijn. Raadpleeg de paragraaf "Pompset voor de banden" in hoofdstuk 5.

PLUS SIMILAIRE:

 Chevrolet Spark. Opbergen

Opbergruimten Waarschuwing Berg geen zware of scherpe objecten in de opbergruimten op. Anders kan de klep van de opbergruimte open gaan en kunnen de inzittenden bij krachtig remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslingerende voorwerpen oplopen.  Opbergvak

 Chevrolet Spark. Onderhoud

Luchtinlaat De luchtinlaat naar de motorruimte onder aan de voorkant van de voorruit moet voor voldoende luchttoevoer vrijgehouden worden. Bladeren, vuil of sneeuw verwijderen. Pollenfilter Luchtfilter van de passagiersruimte Het filter ontdoet de binnenkomende buitenlucht van stof, roet en spor