Renault Twingo: Systeem A

Renault Twingo | Renault Twingo III (X07) Instructieboekje | Het rijden | Waarschuwing bij verlies van bandenspanning | Systeem A

SYSTEEM A

De werking van het systeem Dit systeem detecteert een verlies van spanning in een van de banden door tijdens het rijden de snelheid van de banden te meten.

Het controlelampje 1 blijft branden om de bestuurder te waarschuwen dat de druk te laag is (lage bandenspanning, lekke band ...).

Werkingsvoorwaarden Het systeem moet gereset worden met dezelfde bandenspanning als de bandenspanning die op het etiket vermeld staat; zo niet is het waarschuwingssysteem niet betrouwbaar in geval van een groot spanningsverlies.

Raadpleeg de paragraaf "bandenspanning" in hoofdstuk 4.

In de volgende situaties bestaat het risico dat het systeem te traag of niet correct werkt:

Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden.

Deze functie neemt niet de taak van de bestuurder over.

De bestuurder moet altijd opletten en blijft verantwoordelijk.

Controleer de bandenspanning, inclusief het reservewiel, één keer per maand.

De referentiewaarde voor de bandenspanning opnieuw instellen

Deze gebeurt:

Deze test moet altijd gebeuren na controle van de bandenspanning in de vier banden als deze koud zijn.

De bandenspanning moet afgestemd zijn op het huidige gebruik van de auto (onbelast, belast, rijden op de autosnelweg ...).

Resetprocedure

Resetprocedure

Met het contact aan, afhankelijk van de auto:

of

Het resetten is afgerond na enkele minuten rijden.

Resetprocedure

Banden oppompen en resetten Het controlelampje 1 blijft branden (niet knipperend).

Dit betekent dat minstens een van de banden te zacht of lek is.

Pomp een te zachte band op.

Vervang een lekke band of neem contact op met een merkdealer.

Controleer de bandenspanning van de vier koude banden en pas ze zo nodig aan; stel nadien de referentiewaarde voor de bandenspanning opnieuw in.

Het controlelampje 1 gaat uit nadat de reset van de referentiewaarde voor de bandenspanning is gestart.

Systeem controleren Het controlelampje 1 knippert enkele seconden en blijft dan branden. Dit controlelampje brandt in combinatie met het controlelampje .

Dit duidt op een storing in het systeem.

Raadpleeg een merkdealer.

Een plots verlies van bandenspanning (klapband ...) wordt mogelijk niet door het systeem worden opgespoord.

Systeem niet beschikbaar Het controlelampje 1 knippert enkele seconden en blijft dan branden.

Corrigeren van de bandenspanning De bandenspanning moet koud worden gecorrigeerd (raadpleeg de sticker op de zijkant van het bestuurdersportier).

Indien u de bandenspanning niet bij koude banden kunt controleren, moet u de opgegeven waarden met 0,2 tot 0,3 bar (3 PSI) verhogen.

Verlaag nooit de spanning van een warme band.

Elke keer dat de banden worden opgepompt of de bandenspanning wordt gecorrigeerd, moet de referentiewaarde voor de bandenspanning opnieuw worden ingesteld.

Vervangen van wielen/banden Gebruik uitsluitend uitrusting die door een merkdealer goedgekeurd is, want anders bestaat het risico dat het systeem te traag of niet correct werkt. Raadpleeg de paragraaf "Banden" in hoofdstuk 5.

Elke keer dat een wiel/band wordt verwisseld, moet de bandenspanning worden gecorrigeerd en moet de referentiewaarde voor de bandenspanning opnieuw worden ingesteld.

Spuitbussen voor bandenreparatie en pompset Gebruik uitsluitend uitrusting die door een merkdealer goedgekeurd is, want anders bestaat het risico dat het systeem te traag of niet correct werkt. Raadpleeg de paragraaf "Pompset voor de banden" in hoofdstuk 5.

Nadat de pompset voor de banden is gebruikt, moet de bandenspanning worden gecorrigeerd en moet de referentiewaarde voor de bandenspanning opnieuw worden ingesteld.

PLUS SIMILAIRE:

 Chevrolet Spark. Verzorging van uiterlijk

Verzorging exterieur Sloten De sloten zijn af fabriek gesmeerd met een hoogwaardig slotcilindervet. Ontdooimiddelen alleen in dringende gevallen gebruiken, omdat ze ontvettend werken en de werking van de sloten belemmeren. Na gebruik van ontdooimiddelen, de sloten door een werkplaats opnieuw late

 Chevrolet Spark. Klimaatregelsystemen

Verwarmings- en ventilatiesysteem Type 1 Type 2 Bedieningsorganen voor: Temperatuur Luchtverdeling Luchtdebiet Verwarming Voorruit ontdooien Luchtrecirculatie Verwarmbare achterruit . Temperatuur De temperatuur instellen door aan de knop te draaien. Rood = warm Blauw = koud De verwar