Renault Twingo: Peilen

Renault Twingo | Renault Twingo III (X07) Instructieboekje | Onderhoud | Peilen

Koelvloeistof

Koelvloeistof

Bij stilstaande motor en op horizontale ondergrond, moet het peil bij koude motor liggen tussen de merktekens "MINI" en "MAXI" aangegeven op het koelvloeistofreservoir 1.

Vul bij koude motor bij, voordat het peil beneden het "MINI"-merkteken is gedaald.

Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap, of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.

Verwondingsgevaar

Regelmatige controle van het peil Controleer regelmatig het peil van de koelvloeistof (de motor kan ernstig beschadigen door een gebrek aan koelvloeistof).

Vul uitsluitend bij met door onze technische dienst goedgekeurde producten die zorgen voor:

Zolang de motor warm is, mogen er geen werkzaamheden aan de motor en het koelsysteem worden uitgevoerd.

Risico van brandwonden.

Interval voor het vervangen Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.

Voordat u in de motorruimte werkzaamheden kunt uitvoeren, moet u absoluut het contact uitzetten (zie "De motor starten en stoppen" in hoofdstuk 2).

 

Voor uw veiligheid mag u de bevestigingsriemen van de motorkap niet losmaken.

Risico van een val van de motorkap op het wegdek.

Remvloeistof

Remvloeistof

Controle van het peil moet bij stilstaande motor en op horizontale ondergrond plaatsvinden.

Controleer regelmatig het peil van de remvloeistof en zeker als u bij het remmen een verschil, hoe gering ook, opmerkt.

Peil 2 Het is normaal dat het remvloeistofpeil daalt met het slijten van de remblokken, maar het mag nooit beneden het "MINI"-merkteken komen.

Als u zelf de slijtage van de remblokken en schijven wilt controleren, vraag dan bij uw dealer naar de brochure met de controlemethode of raadpleeg de website van de fabrikant.

Vullen Na werkzaamheden aan het hydraulische circuit moet de remvloeistof worden vervangen door een deskundige.

Gebruik hiervoor uitsluitend door onze technische dienst goedgekeurde remvloeistof uit een verzegelde verpakking.

Interval voor het vervangen Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.

Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen.

 

Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.

Verwondingsgevaar

Ruitensproeierreservoir

Ruitensproeierreservoir

Vullen

Met stilstaande motor:

Vloeistof Product voor ruitensproeiers ('s winters met speciale antivries).

Filters

Het vervangen van de filters (luchtfilter, interieurfilter, enz.) maakt deel uit van het onderhoudsprogramma van uw auto.

Interval voor het vervangen van de filters: raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.

Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen.

 

Voor uw veiligheid mag u de bevestigingsriemen van de motorkap niet losmaken.

Risico van een val van de motorkap op het wegdek.

 

Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.

Verwondingsgevaar

 

Voordat u in de motorruimte werkzaamheden kunt uitvoeren, moet u absoluut het contact uitzetten (zie "De motor starten en stoppen" in hoofdstuk 2).

 

Zolang de motor warm is, mogen er geen werkzaamheden aan de motor en het koelsysteem worden uitgevoerd.

Risico van brandwonden

 

Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.

Verwondingsgevaar

PLUS SIMILAIRE:

 Chevrolet Spark. Tripcomputer

<Type 1> <Type 2> De boordcomputer voorziet de bestuurder van rijgegevens, zoals de rijafstand voor de resterende brandstof, omgevingstemperatuur, gemiddelde snelheid en rijtijd. Type 1: telkens u de MODE-knop van de instrumentengroep indrukt, verandert het display in de onders

 Chevrolet Spark. Portieren

Bagageruimte Achterklep, openen Type 1 Om de achterklep te openen, steekt u de sleutel in het slot, draait u de sleutel naar links en trekt dan aan de lange hendel. Type 2 De achterklep wordt vergrendeld of ontgrendeld wanneer alle portieren met de sleutel of de handzender worden vergrendeld of