Renault Twingo: Automatische transmissie
Selecteurhendel 1

P : parkeren
R : achteruitrijden
N : neutraal
D : automatische werking
M : handbediend
3 : weergave van de werkstand of van de
ingeschakelde versnelling bij handbediening
Opmerking: druk op de knop 2 om van stand D of N naar R of P te gaan.
Starten

Met de selecteurhendel 1 in stand P, start u de motor.
Om uit deze stand te gaan, drukt u het rempedaal
in (het controlelampje
op het
display 4 gaat branden) voordat u drukt op
de ontgrendelknop 2.
Houd uw voet op het rempedaal (het lampje
op het display 4 dooft) als u de
stand
P verlaat.

Alleen als de auto stilstaat, het rempedaal is ingedrukt en het gaspedaal niet is ingedrukt, mag de selecteurhendel in de standen D of R worden geplaatst.
Stand automatisch
Zet de selecteurhendel in stand D. U hoeft de selecteurhendel niet meer te verplaatsen.
Er wordt automatisch geschakeld in overeenstemming met de belasting van de auto, de hoeveelheid gas die u geeft en de helling van de weg.
Zuinig rijden Laat de selecteurhendel voor normaal gebruik in stand D staan. Als het gaspedaal iets wordt ingedrukt, schakelt de transmissie bij een lage snelheid naar de volgende versnelling.
Accelereren en inhalen Druk het gaspedaal snel en diep in (voorbij het zware punt van het pedaal).
Hierdoor wordt, binnen de mogelijkheden van de motor, teruggeschakeld naar de optimale versnelling.
Stand handgeschakeld
De selecteurhendel in stand D, beweeg de hendel naar links. Door de hendel even te verplaatsen, kunt u handmatig de versnellingen bedienen:
- om naar een lagere versnelling te schakelen, trekt u de hendel even naar achteren;
- om naar een hogere versnelling te schakelen, duwt u de hendel even naar voren.
De ingeschakelde versnelling verschijnt op het instrumentenpaneel.
Bijzondere gevallen
Onder bepaalde omstandigheden (bv.: ter bescherming van de motor, bij werking van het elektronisch stabiliteitsprogramma: ESCenz.) kiest de transmissie tijdens het rijden toch zelf de juiste versnelling.
Ook kan, om verkeerde manoeuvres te voorkomen, het schakelen door het systeem geweigerd worden. In dit geval knippert de aanduiding van de versnelling enkele secondes om u te waarschuwen.
Bijzondere omstandigheden
- Als door de helling van de weg of in
bochten de automatische werking niet
gehandhaafd kan worden (bijv.: in de
bergen), is het raadzaam om op handmatig
schakelen over te gaan.
Hiermee voorkomt u het automatisch achter elkaar schakelen door de versnellingsbak bij stijgen en is het mogelijk op de motor te remmen bij lange afdalingen.
- Om bij koud weer te voorkomen dat de motor afslaat, raden wij u aan na het starten van de motor even te wachten voordat u de selecteurhendel verplaatst uit P of N naar D of R.
Parkeren van de auto
Als de auto stilstaat, houdt u het rempedaal ingedrukt en zet u de selecteurhendel in stand P (parkeren): de transmissie staat in neutraal en de voorwielen zijn mechanisch geblokkeerd.
Zet de handrem vast.
Om ieder risico van een ongeluk te voorkomen, moet u uw auto door een merkdealer laten controleren.
Bij een storing

Als er drie horizontale strepen oplichten op
het display 3, samen met het controlelampje
of
,
wijst dit op een storing
van de versnellingsbak. Raadpleeg zo spoedig
mogelijk een merkdealer.
dwingt u, voor uw
veiligheid, direct te stoppen
zonder het verkeer in gevaar te
brengen.

Takelen van een auto met automatische transmissie raadpleeg de paragraaf "Slepen" in hoofdstuk 5.
Als bij het starten de hendel in P geblokkeerd blijft terwijl u het rempedaal en de ontgrendelknop 2 indrukt, is het mogelijk de hendel handmatig vrij te zetten.

Maak hiervoor de voet van de versnellingshendel 5 los te beginnen aan de kant onder het bedieningspaneel van de airconditioning.
Breng daarna knop 6 omhoog en druk tegelijk op de ontgrendelknop (2) die zich op de hendel bevindt.