Renault Twingo: Accu: storing

Renault Twingo | Renault Twingo III (X07) Instructieboekje | Praktische tips | Accu: storing

Om vonkvorming te voorkomen:

Aansluiting van een acculader

De acculader moet geschikt zijn voor een accu met een nominale spanning van 12 volt.

Ontkoppel de accu niet wanneer de motor draait. Houd u aan de voorschriften van de fabrikant van de acculader.

Voor bepaalde accu's gelden speciale voorwaarden bij het laden, raadpleeg uw merkdealer.

Voorkom elk risico op een vonk die onmiddellijk een explosie tot gevolg zou kunnen hebben. Zorg dat het opladen in een goed geventileerde ruimte plaatsvindt.

Gevaar van ernstige verwondingen.

 

De accu bevat zwavelzuur.

Vermijd daarom contact met de ogen, de huid of kleding. Bij onverhoopt contact spoelen met veel water.

Houd open vuur, gloeiende voorwerpen en vonken verwijderd van de accu: explosiegevaar.

Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn.

Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien.

Verwondingsgevaar

Starten met starthulpkabels

Als u voor het starten de accu van een andere auto moet gebruiken, koop dan de startkabels (met groot oppervlak) bij een merkdealer of controleer, als u reeds startkabels heeft, of deze in goede staat verkeren.

Beide accu's moeten dezelfde spanning hebben: 12 volt. De hulpaccu moet minstens de capaciteit (ampère-uur, Ah) hebben van de ontladen accu.

Let erop dat de auto's elkaar niet raken (kortsluitingsgevaar als u de pluspolen met elkaar verbindt) en dat de ontladen accu goed aangesloten is. Zet het contact af van uw auto.

Start de motor van de hulpauto en laat deze met een middelmatig toerental draaien.

Starten met starthulpkabels

Afhankelijk van de auto maakt u het rode beschermkapje los om aan de pluspool 2 (+) te kunnen.

Sluit de positieve kabel B aan op de pluspool 2 (+) van de ontladen accu en daarna op de pluspool 3 (+) van de hulpaccu.

Sluit de negatieve kabel A op de pool 4 (-) van de hulpaccu aan en daarna op de pool 1 (-) van de ontladen accu.

Voor uw veiligheid mag u de bevestigingsriemen van de motorkap niet losmaken.

Risico van een val van de motorkap op het wegdek.

Starten met starthulpkabels

Controleer of de kabels A en B elkaar nergens raken en of de positieve kabel B geen metalen delen van de hulpauto raakt.

Risico van letsel en/of beschadiging van de auto.

Starten met starthulpkabels

Start de motor. Zodra hij draait, maakt u kabels A en B los in omgekeerde volgorde ( 1 - 4 - 3 - 2 ) en brengt u het rode beschermkapje aan door er een neerwaartse druk op uit te oefenen.

Starten met starthulpkabels

Volg de aanwijzingen op de sticker C.

PLUS SIMILAIRE:

 Chevrolet Spark. Periodiek onderhoud

Serviceschema's   Onderhoud I: gebruik Onderhoud I voor de eerste onderhoudsbeurt of als Onderhoud II eerder werd uitgevoerd. Onderhoud II: gebruik Onderhoud II als de vorige onderhoudsbeurt die werd uitgevoerd Onderhoud I was.   1) Bij rijden onder ruwe omstandigheden: korte afstand

 Chevrolet Spark. Kinderveiligheidssystemen

Wij adviseren GM-kinderzitjes die speciaal voor deze auto zijn aangepast. Wanneer u een kinderveiligheidssysteem gebruikt, moet u de gebruikersen montagehandleiding én de instructies bij het kinderveiligheidssysteem opvolgen. Houd u altijd aan de plaatselijke of landelijke voorschriften. In som