Renault Twingo: Aanvullende voorzieningen op de voorgordel

Renault Twingo | Renault Twingo III (X07) Instructieboekje | Ken uw auto | Aanvullende voorzieningen op de voorgordel

Afhankelijk van de auto, kunnen deze bestaan uit:

Deze voorzieningen worden gelijktijdig of afzonderlijk, afhankelijk van de ernst van de aanrijding, geactiveerd bij een frontale botsing.

Afhankelijk van de ernst van de aanrijding, kan het systeem de volgende middelen activeren:

Gordelspanners

Gordelspanners

De gordelspanners dienen ervoor om de autogordel strak tegen het lichaam te trekken en daardoor de inzittende in zijn stoel te drukken wat de effectiviteit van de gordel verhoogt.

Bij contact aan, kan tijdens een ernstige frontale aanrijding, afhankelijk van de ernst van de schok, het systeem de gordelspanner 1 activeren die onmiddellijk de gordel strak trekt.

  • Laat al deze veiligheidsvoorzieningen controleren na een aanrijding.
  • Het is streng verboden zelf werkzaamheden uit te voeren aan het gehele systeem (gordelspanners, airbags, rekeneenheden, bedrading) of deze in een andere auto over te zetten.
  • Om te voorkomen dat het systeem ten onrechte in werking komt, mag uitsluitend deskundig personeel van de merkdealer aan de gordelspanners en airbags werken.
  • Het elektrische ontstekingsmechanisme van de gordelspanners mag uitsluitend door speciaal opgeleid personeel met speciaal gereedschap worden gecontroleerd.
  • Laat de gaspatronen van de gordelspanners en de airbags door een merkdealer verwijderen voordat de auto wordt gesloopt.

Krachtbegrenzer

Vanaf een bepaalde hevigheid van de schok van de aanrijding komt dit mechanisme in werking om de kracht die de gordel op het lichaam uitoefent te begrenzen tot een draaglijk niveau.

Airbags van bestuurder en passagier voorin

Deze bevindt zich bij de linker en rechter voorstoel.

De aanwezigheid van deze uitrusting wordt aangeduid met het woord "Airbag" op het stuurwiel, het dashboard (in zone airbag A) en, afhankelijk van de auto, een pictogram aan de onderkant van de voorruit.

Elk airbagsysteem bestaat uit:

Airbags van bestuurder en passagier voorin

Bij het afgaan van de airbag vindt een explosie plaats.

Daarom komen bij het ontplooien van de airbag warmte en rook vrij zonder enig brandgevaar en klinkt er een luide knal. De airbag die onmiddellijk naar buiten komt, kan ongevaarlijke, lichte schaafwonden of ander ongemak veroorzaken.

Werking

Werking

Het systeem werkt alleen als het contact aanstaat.

Bij een zware frontale aanrijding, worden de airbags snel opgeblazen om de klap van het hoofd en de borstkas van de bestuurder tegen het stuurwiel en van de passagier tegen het dashboard op te vangen. Daarna lopen de airbags direct weer leeg om het verlaten van de auto niet te bemoeilijken.

Storingen

Storingen

Het lampje 2 op het instrumentenpaneel gaat branden als het contact wordt aangezet en dooft na enkele seconden.

Als het niet oplicht bij het aanzetten van het contact of als het oplicht bij draaiende motor, wijst dit op een storing in het systeem.

Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merkdealer.

Wacht u hier te lang mee dan betekent dat, dat de bescherming in de tussenliggende periode misschien niet optimaal is.

Hier volgt een aantal aanwijzingen om elke belemmering bij het opblazen van de airbag of verwonding door rondvliegende voorwerpen te voorkomen.

Waarschuwingen met betrekking tot de bestuurdersairbag
  • Verander niets aan het stuurwiel of de naafdop.
  • Dek de naafdop niet af.
  • Bevestig geen voorwerpen (speldjes, logo, klokje, telefoonsteun, enz.) op het stuurwiel.
  • Het stuurwiel mag niet worden gedemonteerd. Uitsluitend speciaal opgeleide monteurs van de merkdealer mogen deze werkzaamheden uitvoeren.
  • Ga niet te dicht achter het stuurwiel zitten, maar rijd met licht gebogen armen (raadpleeg de paragraaf "Afstellen juiste zithouding" in hoofdstuk 1). Zo blijft er voldoende ruimte over voor een goede en effectieve bescherming door de werking van de airbag.

Waarschuwingen inzake de passagiers airbag

  • Plak of bevestig niets op het dashboard (speldjes, logo's, klokjes, telefoonhouder enz.) in de airbagzone.
  • Houd de ruimte tussen het dashboard en de voorpassagier vrij (geen dier of pakjes op schoot, geen paraplu of wandelstok tegen het dashboard zetten).
  • Laat de passagier nooit zijn voeten op het dashboard leggen. Dit kan zeer gevaarlijk zijn. Kom niet te dicht (met knieën, hoofd of handen) bij het dashboard.
  • Schakel de aanvullende veiligheidsvoorzieningen van de autogordel van de passagier voorin direct weer in na het verwijderen van een kinderzitje, om de bescherming van de passagier te garanderen in geval van een botsing.

HET IS VERBODEN EEN KINDERZITJE ACHTERSTEVOREN OP DE PASSAGIERSSTOEL VOOR TE PLAATSEN ZOLANG DE AIRBAGS VAN DE VOORPASSAGIER NIET UITGESCHAKELD ZIJN.

(Zie "Kinderveiligheid: uitschakelen, inschakelen van de passagiersairbag voorin" in hoofdstuk 1)

PLUS SIMILAIRE:

 Chevrolet Spark. Airbagsysteem

Het airbagsysteem bestaat uit meerdere afzonderlijke systemen. Bij het afgaan worden de airbags binnen enkele milliseconden gevuld. Ook het leeglopen van de airbags verloopt zo snel, dat dit tijdens een aanrijding vaak niet eens wordt opgemerkt. Waarschuwing Wanneer de airbagsystemen verk

 Chevrolet Spark. Ruiten

Handbediende ruiten De portierruiten zijn met de handslingers te bedienen. Elektrisch bediende ruiten Waarschuwing Wees voorzichtig bij het gebruik van de elektrische ruitbediening. Er bestaat verwondingsgevaar, met name voor kinderen. Als er achterin kinderen zitten, moet u de kinde